Weer terug in Andalusië.
In maart 2020 waren we er voor het laatst en nu 1 1/2 jaar later zetten we weer voet op Spaanse bodem. Een vroege vlucht vanuit Rotterdam Zestienhoven naar Malaga AirPort, na de rustige vlucht en het checken van de benodigde codes en papieren in de aankomsthal gaan we met de shuttlebus naar het autoverhuurbedrijf om de auto voor de komende weken op te halen.
We rijden binnendoor naar Alhaurin el Grande waar we al enkele jaren en soms meerdere keren per jaar komen. Dit keer hebben we een mooi en luxe appartement gehuurd net buiten Alhaurin met een goede ligging voor de nodige uitstapjes in de regio.
In Andalusië zijn enkele grotere steden zoals Malaga, Sevilla, Cordoba en Granada maar het zijn met name de kleinere witte dorpjes en de uitgestrekte landschappen die deze provincie zo mooi maken.
Malaga heeft ruim 600.000 inwoners en een zeer compact centrum waar je een interessante combinatie aantreft van stad, strand, haven, boulevard en musea.
Voor ieder wat wils dus en uiteraard zijn er de talloze
bars, restaurants en taperias dus honger of dorst hoef je hier niet te krijgen.
Het is zeker aan te bevelen om niet alleen de Calle de Larios en de gangbare winkelstraten te bezoeken. Neem af en toe eens een zijstraatje naar de oude markthal of kijk eens in de straatjes rondom de Plaza de la Merced. De muurschilderingen in Soho zijn ook de moeite waard en drink dan op je gemak eens een café cortado in een van de kleinere bars of bij het bakkertje.
Uiteraard kun je bij de oude sherry bodega aanlanden maar dat doen al vele toeristen, achter de bodega is er nog 1 en die is iets rustiger en biedt ook allerlei visgerechten aan. De sherry is zeker aan te bevelen.
Ook in het centrum zijn nog allerlei zaakjes waar je voor rond de €1,- koffie hebt of een biertje. Het is en blijft een gemoedelijke stad die zich continu opnieuw uitvindt, momenteel wordt de kade van de haven aangepast zodat er ook grotere jachten kunnen aanmeren. Bij de cruiseterminal meren al met enige regelmaat meerdere cruiseschepen aan.
In de regio is Ronda zeker aan te bevelen en dan de route via de bergen waar je de 1.100 meter grens passeert in de Sierra de las Nieves. In Ronda tref je de 2 fameuze bruggen met een prachtig uitzicht op de omgeving en in de plaats zelf is voldoende te bekijken zoals bijvoorbeeld de Arena of het badhuis. Hier tref je ook kleinere bars waar je op een lijstje kunt invullen welke tapas je wilt bestellen, kost nog geen Euro en is prima van kwaliteit.
Ben je meer gecharmeerd van de kustplaatsen probeer dan Fuengirola eens, je kunt kilometers wandelen langs de kust en in de straatjes in het oudere centrum merk je direct dat er hier ook echt geleefd wordt en dat het niet uitsluitend toeristen zijn die hier verblijven. In december is er bij de kerk op het plein ook een echte Kerstmarkt met stalletjes en delicatessen.
Wij gaan ieder jaar ook wel een keer wandelen in Juanar waar je tussen de steenbokken loopt en uiteindelijk een prachtig uitzicht hebt op Marbella. In november en december kun je ook een mandje meenemen en olijven plukken voor eigen gebruik. Niet direct uit de boom eten maar eerst even nalezen wat je er mee moet doen om ze te conserveren.
Aan de oostkant van Malaga ligt o.a de plaats Torrox waar je nog wat rustiger kunt wandelen langs de kustlijn en uit kunt komen in Nerja. Mocht je dat toch iets te druk vinden rijdt dan een stukje omhoog naar Frigiliana, een mooi pittoresk dorpje waar je nog een oude fabriek kunt vinden van de miel de la cana die veel gebruikt wordt op de berenjenas.
Na een maand vertrokken we weer naar Nederland met wat extra bagage (delicatessen) en de belofte aan ons zelf om in het voorjaar weer terug te komen.
